camper nieuw zeeland

Tussen de vulkanen

Rotorua 2017

Een Oerlijk Paradijs
In de stad laat ik mijn sigarettenaansteker repareren en sla ik de nodige spullen in voor de reis. Onderweg naar Rotorua besluit ik een stop te maken bij een waterval die ik in een alternatieve reisgids had gevonden. Het is geen bekende hotspot, en bij aankomst blijkt dat ook: er staat maar één andere auto.

Het pad naar beneden duurt een klein halfuur, en ik heb gezelschap van een jonge Engelsman die ik onderweg tegenkom. Zodra we beneden aankomen, ben ik sprakeloos. Wat een paradijs! Alles is intens groen, met een weelde aan bladeren en een enorme diversiteit aan flora en fauna. Het voelt alsof ik in een ongerept stuk wildernis ben beland.

De waterval zelf is adembenemend—gigantisch en krachtig. Het water stroomt naar beneden en vormt helderblauwe poelen waar je zo in zou willen springen. Er hangen zelfs kettingen waarmee je een duik in het diepe kunt nemen. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn.

Maar dan zie ik het bordje: het water bevat bacteriën en zwemmen wordt afgeraden. Een kleine domper, want niets lijkt verleidelijker dan dat frisse, heldere water. Toch blijft het moment onvergetelijk—een puur stukje natuur dat nog lang in mijn gedachten zal blijven hangen.

kaart1%20new%20zealand
stillwater
stillwaterbeach
maori

Waar de Māori's Zijn

Ik ruik de vulkanen.

Rotorua voelt op het eerste gezicht als veel andere steden hier: grote supermarkten, een Kentucky Fried Chicken, een McDonald’s, en grauwe, brede winkelstraten. Wat dat betreft mis ik Europa—de diversiteit in huizen, inrichting en architectuur geeft de steden daar zoveel meer karakter.

Maar Rotorua heeft ook iets wat je nergens anders vindt: de geur. Overal hangt de penetrante geur van zwavel, afkomstig van de vulkanische stoom die voortdurend uit de grond opstijgt.

Het stadje is duidelijk een toeristische hotspot. Backpackers vullen de straten en toeristische winkeltjes zijn er in overvloed. Toch heeft Rotorua iets bijzonders. In het park staan traditionele Māori-huisjes, en in de stad zie ik veel Māori, vaak met indrukwekkende gezichtstatoeages. Het voelt alsof je hier een stukje van hun rijke cultuur kunt ervaren.

Een grappig weetje: hier betalen mensen zelfs extra voor koud water! Het klinkt vreemd, maar waarschijnlijk heeft dat te maken met de overvloed aan natuurlijke warmtebronnen in de omgeving.

Bij de toeristeninformatie check ik of ik de vulkaan Tarawera kan bezoeken. Helaas blijkt dit alleen mogelijk via georganiseerde tours, iets waar ik minder enthousiast over ben. In plaats daarvan besluit ik een andere droom te realiseren: een bezoek aan White Island. Het is prijzig, en ik twijfel even, maar uiteindelijk hakt de belofte van een avontuurlijke bootreis de knoop door. Dit wordt vast een ervaring om nooit te vergeten.

cursusillustrerenmetkrijttourguide

Lopen in een mars landschap.

Een ruige reis
Vroeg in de ochtend vertrek ik naar Whakante om de boot te halen. Het is bewolkt en tijdens het wachten voel ik de kou al flink in mijn botten trekken. De boot is niet heel groot; we zijn met zo’n dertig man aan boord. Het valt me op dat ik de enige ben die alleen reist. Daar ben ik inmiddels wel aan gewend, maar het valt toch tegen. Soms voel ik mij wat eenzaam, zo alleen op reis.

De bemanning waarschuwt ons: het wordt een ruige reis. Ik zit buiten, achterin de boot. De golven slaan over de rand en binnen no-time ben ik doorweekt. Foto’s maken lukt niet, want mijn camera is te nat. Bovendien kan ik nauwelijks staan of lopen door het hevige geschommel. Na een tijdje begint de kou me flink te raken, maar ik blijf buiten. Binnen zie ik al de eerste kotszakjes in gebruik.

Ik probeer me te focussen op de horizon, op zoek naar dolfijnen. Even waag ik me naar binnen om te plassen, maar de geur en het geschommel maken dat ik bijna zelf moet overgeven. Snel sta ik weer buiten, waar de frisse lucht me gelukkig wat opknapt. En nee, ik overdrijf niet, ze beamming versteld dat zelfs getrainde leger mensen hier wel eens over hun nek gaan.

Wandelen op Mars
Na anderhalf uur varen komen we eindelijk aan bij White Island. De zon breekt door en ik voel direct de warmte. We worden met een speedbootje aan land gebracht, en meteen voelt het alsof ik op een andere planeet ben geland. Dit is geen plek voor bomen of planten. Overal om me heen zie ik stoompluimen en rood-gele tinten in het landschap. Drinkwater is hier niet te vinden.

Ooit leefden hier mensen; de oude overblijfselen van een fabriek herinneren aan die tijd. Maar de vulkaan is nog steeds actief, en de lucht is scherp en prikt in mijn keel. We krijgen gasmaskers mee voor het geval de stoom te heftig wordt. De gids waarschuwt ons: blijf dicht bij elkaar, want wat op een solide rots lijkt, kan zomaar een dunne laag boven een diepe krater zijn.

We lopen langzaam richting de stoompluimen. Het landschap is surrealistisch: felgeel van het zwavel en roestbruin door ijzer. Het is hier warm, bijna benauwend, en kokend water borrelt uit de grond. Bij de krater aangekomen zie ik een blauw meer, dat prachtig contrasteert met de rode tinten van de omliggende rotsen. Ik zou hier uren kunnen ronddwalen, maar helaas moeten we bij de groep blijven.

Het witte eiland
Terug op de boot krijgen we een eenvoudige lunch. We varen een stukje om het eiland heen en zien een paar zeehonden ontspannen aan de rand van het water. Het valt me op hoe stil het verder is. Er leven maar weinig dieren op het eiland, en de natuur is er hard.

De terugweg verloopt gelukkig rustiger. Ik blijf speuren naar dolfijnen, maar helaas blijft de oceaan leeg. Langzaam verdwijnt White Island uit zicht, en ik realiseer me dat ik helemaal zout ben van al het opspattende water. Een oudere vrouw naast me klaagt over hetzelfde en we lachen erom.

Ik raak in gesprek met een jong Zweeds stel. Ze wonen hoog in Zweden, waar de zon in de zomer niet ondergaat en de winters lang en donker zijn. Het kan daar -30°C worden, vertelden ze, en een korte broek dragen is een zeldzaamheid. Ineens waardeer ik Nederland weer iets meer.

De vrouw werkt als verpleegster en de man is arts. Ze werken allebei veel en vertellen dat het een zwaar beroep is, maar ook heel dankbaar. Hij had haar deze reis cadeau gedaan, en terwijl ze samen genieten van het uitzicht, zie ik hoeveel deze trip voor hen betekent.

hobbitonselfiehobbiton toerismeplaceholder image

Tussen de hobbits

Na mijn indrukwekkende ervaring op het eiland besluit ik door te reizen naar Hobbiton. Ik wil achteraf niet spijt hebben dat ik het niet heb gedaan. De regen klettert de hele dag, en hoewel ik niet zo van het rijden in de regen hou, bereik ik gelukkig mijn bestemming zonder problemen. Het is er meteen erg druk! Zonder reservering kan ik gelukkig nog een ticket kopen, en ondertussen verken ik het winkeltje. Eigenlijk valt het me een beetje tegen. Er is niet veel van de typische LOTR-sfeer te bekennen, of misschien ben ik inmiddels wat verwend door alle fantasybeurzen die ik heb bezocht.

Vanuit het winkeltje ga ik mee met een tour. Het is een kort stukje met de bus, en de buschauffeur is erg grappig. Ze vertelt dat ze zelf veel op een hobbit lijkt. Daarna draaien ze een filmpje waarin Peter Jackson wat vertelt over de locatie. Leuke achtergrond informatie over hoe ze dit land mochten gebruiken van een boer. Het landschap is prachtig, maar door de regen kan ik er helaas niet veel van zien. Tja, wat moet je ervan zeggen? Voor een fan, is het zeker een aanrader. Je herkent alles uit de films, je weet dat hier de camera’s hebben gestaan en dat alles hier is opgenomen. En dat doet wat met je. De sfeer is bijzonder. We krijgen grappige feitjes te horen, zoals dat de boom boven Bilbo's huis helemaal nep is – alle blaadjes zijn één voor één gemaakt en erop geplakt! Peter Jackson heeft werkelijk op elk klein detail gelet. Toch zijn er ook veel echte bloemen, en alles wordt keurig onderhouden. De tuinen zijn heerlijk om te zien.

Een selfieparadijs
Aan de andere kant zie je alleen een paar kleine deurtjes. Het is zo druk dat iedereen achter elkaar aanschuift voor foto’s. Het is een waar selfieparadijs! De groep voor ons is nog niet klaar met het maken van selfies wanneer wij arriveren, waardoor we veel waardevolle tijd verliezen. Er is één deur die je kunt openen, het beroemde plaatje dat iedereen maakt. Verder kun je geen enkel huis van binnen zien. Aan het einde van de tour mag je naar een feesthuis, waar je een gratis drankje krijgt. Dit heeft zeker veel meer sfeer, er draait wat muziek en de stemming is gezellig. Helaas heb ik hier maar tien minuten voordat we alweer moeten vertrekken. Het doet me trouwens sterk denken aan de Efteling, waar je veel meer kunt zien. Maar goed, dit is natuurlijk geen pretpark, maar een filmset – en dat maakt het juist zo bijzonder.

waimangu park muriwai beachgroenmeer
Meer vulkanen!

Ik overnacht weer op een mooi plekje aan het water. Soms, als ik vroeg klaar ben, werk ik wat aan mijn busje. Zo heb ik al wat roest bijgewerkt en opnieuw geschilderd. Tijdens de vele regen ontdekte ik twee lekkages, die ik met wat siliconen heb opgelost. Ik vind het eigenlijk best leuk om aan Oldy te klussen. Helaas heb ik niet veel gereedschap bij me, maar toch wordt ze steeds gezelliger. Ik rijd verder naar vulkanisch gebied en bezoek vandaag de Waimangu Terminal Valley. Ik dacht dat ik hier gewoon vrij kon wandelen, en dat bleek te kloppen, maar ik moest er wel 40 dollar voor betalen. Waarom precies weet ik niet, maar goed, ik ben er toch. Het regent weer de hele dag, maar ik vind het heerlijk om door het gebied te wandelen. Onderweg kom ik een Nederlander tegen! We wandelen samen verder met twee Duitsers. De Nederlandse jongen is enthousiast over zijn avontuur in Nieuw-Zeeland. Hij heeft al wat pech gehad met zijn huurauto, en als ik dat hoor ben ik trots op Oldy. Hopelijk blijft zij het goed doen! We wandelen vier uur in het park. Na de wandeling ga ik op zoek naar een gratis overnachtingsplek, maar ik zie een camping met ‘terminal pools’. En die zijn inbegrepen in de overnachting! Ik krijg al zin om erin te duiken. Het is maar tien minuutjes rijden, en al gauw lig ik lekker warm in het zwembad. Het ziet er heel tropisch uit, ondanks de regen. Je ziet ook precies waar de warmte vandaan komt, wat het een mooi effect geeft!

Alle kleuren van de regenboog
Vandaag ga ik naar Wai-O-Tapu, het "terminal wonder spektakel"! Dit is een stuk toeristischer, maar ik ga gelijk om half 9 en wandel nog even alleen door het park. Ik moet om 10 uur terug zijn om naar Lady Knox te kijken, dus ik loop nog niet het hele park door. Het is hier erg groen, hoewel veel van de bomen oranje zijn aangetast. De kleuren die je hier ziet, zijn echt heel bijzonder. Overal hangen er druppeltjes aan de bomen, maar ik weet niet of dit door de damp komt of dat het simpelweg weer een regenachtige dag is. Ik wandel langs een gifgroen meer! Ik snap er niks van, het is bijna alsof een kunstenaar dit zo heeft ontworpen, maar het is toch echt de natuur. Bij Lady Knox is het erg druk en tot mijn verbazing word ik omringd door Nederlandse jongeren. Ze vertellen me dat maar liefst 80 procent van de bus uit Nederlanders bestaat. Tot nu toe ben ik vooral Duitsers tegengekomen, maar weinig Nederlanders. Op zulke momenten ben ik weer blij, met mijn reis, hoe ik het aanpak. Dat ik kan gaan en staan waar ik wil.

_mg_6039
waterfall nieuw zeelandwaiakere rangers park_mg_6270

Lopen rondom mount doom.

Vandaag begin ik aan een lange wandeling, de Tongariro Northern Circuit. Toen ik hier aan kwam rijden, was ik ontroerd door het uitzicht. Oldy heeft het goed volgehouden in de bergen, maar de wegen zijn ook erg goed hier. Gisteren besloot ik spontaan berghutjes te reserveren, zodat ik de komende vier dagen in de bergen kan wandelen. Ik sta vroeg op, om 6 uur, omdat ik graag het ochtendlicht wil zien. Maar na een goed ontbijt, het parkeren van Oldy en het controleren van mijn backpack, is het al gauw 7 uur als ik vertrek. Het voelt lastig om Oldy achter te laten, maar het licht is prachtig, en ik begin vol enthousiasme aan mijn wandeling. Vandaag wandel ik 4 uur, zo'n 9,4 km. Ik loop naar de vulkaan Ngauruhoe, beter bekend als Mount Doom uit Lord of the Rings. Ik trek door een grote open vlakte, het wandelpad is goed begaanbaar, maar naarmate ik verder ga, wordt het modderiger en rotsachtiger. Gelukkig hoef ik enkel de houten paaltjes te volgen. Soms moet ik wat klauteren, vooral als het omhoog gaat. Ook moet ik weer even wennen aan mijn backpack, want mijn heupen verzuren snel. Maar al snel zie ik het eerste hutje in de verte. Het ligt aan de voet van de berg. Morgen begint de moeilijkste etappe: helemaal omhoog!

In vrijheid leven.
Ik arriveer vroeg bij het hutje, maar ik heb gezelschap van de ranger. De ranger is een jonge vrouw die in de buurt woont, of eigenlijk, in haar busje woont. Het beroep van ranger klinkt aantrekkelijk. Je werkt zes dagen en hebt daarna zes dagen vrij. Je werkt slechts zeven maanden per jaar, omdat in de winter het wandelen hier niet mogelijk is. In die vrije tijd reist ze bijvoorbeeld naar Hawaï. Het leven als ranger lijkt wel heel vrij, alsof er door de enorme ruimte hier veel meer mogelijkheden zijn.

Ik raak ook in gesprek met een vrouw uit Canada. Ze vertelt me dat het in Canada veel leger is dan hier. Ze legt wat geschiedenis uit over de strijd tussen de Fransen en Engelsen, en hoe de oorspronkelijke bewoners zijn verdrongen. Soms besef je meer over de wereld als je met mensen uit andere landen praat. De ranger kan zich niet voorstellen dat je naar andere landen kunt rijden en dat culturen daar echt anders zijn. Ook ben ik gewend aan de leuke stadjes in Europa; overal anders, maar ze hebben altijd wel iets te bieden. Hier in Nieuw-Zeeland en Canada zijn de steden vaak gewoon betonnen winkelcentra. Ik had nooit echt beseft hoe anders dat is. Voor hen is het moeilijk voor te stellen dat we in Nederland met zoveel mensen op zo'n klein stukje land wonen.

In de avond heb ik het erg gezellig met een Duits stel en een meisje uit Denemarken. Iedereen mist goed brood hier! Ik heb voedselpakketten meegenomen van een outdoorwinkel, maar ik moet zeggen dat het erg tegenvalt. Ik krijg veel tips van andere wandelaars over plekken die ik moet bezoeken. Ook hoor ik dat ik nu al hutjes moet gaan boeken, omdat ze snel vol raken. Tot nu toe plan ik alles op de dag zelf of de dag ervoor, en dat vind ik heerlijk. Gelukkig is het nog geen hoogseizoen. Ik hoor ook over mensen die de hele tocht van het noordelijke naar het zuidelijke eiland maken, over een periode van zes maanden! Zes maanden in je tent, wandelend! Wauw, veel respect voor die mensen.

lerenwaterverfmuriwai beachplaceholder image
De grote klim, ala Frodo

Ik sta weer om 6 uur op, maar er is geen zonsopgang vandaag. Het eerste stuk van de tocht is vrij vlak, met veel bruggetjes. Tot mijn verbazing zie ik al veel andere toeristen lopen. Dan kom ik bij een bordje waarop staat: Danger: turn back, Je betreedt berggebied. Natuurlijk ga ik verder, maar ik ben goed voorbereid. Ik zie ook mensen in korte broeken en gympen lopen. Het nieuwe stuk bestaat uit vele trappen, en ik heb een hekel aan trappen. Ik voel het meteen in mijn heupen. Gelukkig komt er al snel weer een stuk dat redelijk vlak is. Daarna gaat het weer steil omhoog, maar zonder de trappen. Dit vind ik zelf fijner lopen, hoewel je vaak wegglijdt.

Halverwege heb ik een prachtig uitzicht. Mount Doom is helemaal opengetrokken, en ik kan nu zien dat de berg aan deze kant rood is. Ik kijk uit over een uitgestrekt natuurgebied met rotsen. Ik besef dan nog niet dat ik daar straks zelf doorheen zal wandelen. Bovenaan rust ik even uit, voordat ik aan de laatste grote klim begin. Hier ligt sneeuw en het wordt kouder. Rechts van mij zie ik de rode krater, en je ruikt al de damp van de zwavelige pools beneden. Ik zie mensen verdwijnen in de mist. Helemaal bovenaan heb ik uitzicht op de groene meren. Het voelt geweldig, maar ik moet eerst nog een heel stuk naar beneden. Dat lijkt makkelijk, maar het is allemaal zwart zand en je glijdt gemakkelijk weg. Ik steek mijn schoenen diep in het zand om niet uit te glijden.

Aangekomen bij de Emerald Lakes is het erg druk, maar de kleur van het water is indrukwekkend. Ik besluit een zijroute te nemen om ook Blue Lake mee te pakken. Helaas is het te mistig om het goed te kunnen zien. Ik ga weer terug, weg van de bekende wandelroute. Het is echt bizar, maar plotseling ben ik weer helemaal alleen. Hier, tussen de massieve rotsblokken, zie ik enkel natuur om me heen. Rechts van me zie ik nog altijd de donkere berg.

Alleen met het landschap

Ik begin aan mijn tocht naar beneden. Het voordeel is dat je geen last hebt van je conditie of kuiten, maar je moet je wel blijven concentreren, want je kunt gemakkelijk uitglijden tussen de rotsen. Ook voel ik mijn heupen door de backpack. Maar ondanks alles, kan ik alleen maar zeggen dat het fantastisch voelt om hier alleen rond te lopen. Er is geen duidelijk pad meer. Alles om me heen zijn rotsen en bergen. Het voelt bijna magisch, alsof ieder moment een hobbit of ork tevoorschijn kan komen. Als ik achterom kijk, zie ik piepkleine mensjes. Daar heb ik ook gelopen! Het is bizar hoeveel afstand je legt in zo'n bergachtig landschap.

In het hutje heb ik het weer erg gezellig met de andere wandelaars. De zon gaat achter de berg onder, en we zien een prachtige roze lucht. Ook is de maan heel helder en groot. Helaas wordt het daarna bewolkt, en kan ik de sterren niet meer zien. Iedereen gaat vroeg naar bed, en om 9 uur is het helemaal stil. De volgende ochtend is iedereen weer vroeg op, om 7 uur is het grootste gedeelte al vertrokken.

waterfall nieuw zeelandwaiakere rangers park

Zandvlaktes en Bossen

Vandaag is het maar drie uur lopen. De rotspartijen veranderen langzaam in een duinlandschap. Gelukkig zijn er paaltjes om het pad te markeren, want een duidelijk pad is er niet. In de verte zie ik een bos ontluiken, en zodra ik het bos in ga, begint het pad steil omhoog te gaan. Ik hoop dat dit de laatste grote klim is. Wanneer ik verder kijk, zie ik een hutje in de verte. En voor ik het weet, ben ik er al! Dit is zonder twijfel de mooiste hut tot nu toe, met een prachtig uitzicht op de berg.

Terug naar Oldy
De laatste dag begint met veel regen. Het doet me een beetje denken aan Schotland, met het koude, mistige weer. Ik begin met een groep te lopen, maar merk al snel dat ik niet goed in hun tempo mee kan komen. Ze lopen behoorlijk snel, en ik sta graag stil om alles goed te bekijken en foto's te maken. Dus vertel ik hen om vooruit te gaan, terwijl ik rustig mijn eigen tempo aanhoud. Deze laatste tocht duurt nog zo’n zes uur, maar het is goed te doen. Onderweg kom ik langs een mooi meer en een waterval. Ik maak ontzettend veel foto’s, maar moet ze nog rustig bekijken als ik terug ben. Hier een kleine impressie van de tocht!

Ik ben ontzettend blij wanneer ik uiteindelijk weer bij Oldy ben! Het voelt goed om terug te zijn bij mijn busje na deze lange en indrukwekkende wandeling. Wat een heerlijk matras heb ik!

Contact

Natuurkunstenaar
is een website van:

Annick Gaarthuis
Arthur koolkwartier 29
6711 VH Ede



KVK:64842517
Btw: nl002226430B75

​Bij vragen kun je mailen naar info(at)annickgaarthuis.nl of
via sms (niet bellen) +31 (0)6 - 19823287
Werkdagen zijn ma t/m woe van 10:00 tot 17:00

Let’s connect

Volg onze updates op Instagram of Linkedin.

atelier_annickgaarthuis10026FE8DCCD 14F6-465F-9A6A-3C9A18082618.JPG