Het straatbeeld is levendig en chaotisch, maar op een manier die een bijzondere charme heeft. De auto's toeteren onophoudelijk terwijl ze door smalle winkelstraten manoeuvreren, een ritme dat bijna deel uitmaakt van de stad zelf. Scooters zigzaggen behendig tussen het verkeer door, alsof ze haastig proberen een doel te bereiken dat net iets belangrijker is dan dat van de rest.
Een Wereld vol Kleuren
De stad lijkt te baden in kleur. Auto's zijn niet zomaar voertuigen; ze zijn kunstwerken, met felgekleurde verf en bloemenversieringen die ze bijna feestelijk maken. De mensen doen daar niet voor onder. Ze dragen kleding in levendige tinten – rood, geel, groen en blauw, als een wandelend kleurenpalet dat de straten verlicht. Elk hoekje heeft wel iets opvallends te bieden.
Winkels als Kraampjes
De winkels lijken eerder op kleine marktkraampjes, waar koopwaar tot aan de rand uitgestald staat. Je kunt bijna niet anders dan stoppen en kijken. De straten zijn een aaneenschakeling van geuren: vers gebakken brood, kruiden, wierook, en de olie van straatvoedsel dat pruttelt in grote pannen.
Draden en Dieren
De elektriciteitspalen zijn een kunstwerk op zichzelf. Honderden draden hangen in een wirwar, als een netwerk dat een eigen leven lijkt te leiden. Maar het is niet alleen technologie dat de straten vult. Koeien wandelen ongestoord tussen het verkeer, alsof ze net zo veel recht hebben op de weg als de voertuigen. Overal liggen honden, katten en geiten, rustig kijkend naar de bedrijvigheid, alsof ze de enigen zijn die de haast van de mensen niet voelen
Na een lange vliegreis komen we aan in Kathmandu. We zijn eigenlijk zo het vliegveld door en hebben ook snel onze bagage. We wisselen hier onze dollars om naar roepies, zodat we een taxi kunnen nemen naar ons hostel. We worden al veel aangesproken door taxichauffeurs, maar besluiten eerst een stuk te lopen. Het is echt een andere wereld. Het eerste wat opvalt, is dat er weinig verkeersregels zijn. Er rijden veel auto's toeterend door de winkelstraten, terwijl scooters ertussen door scheuren om zo sneller thuis te zijn. Het is moeilijk te beschrijven hoe druk het hier is.
Er is ook veel kleur. Auto's zijn geverfd en versierd met bloemen, en de bevolking draagt prachtige, heldere kleding. De winkeltjes zijn klein, bijna als marktkraampjes. Aan een elektriciteitspaal hangen honderden draden. Er lijken geen veiligheidsregels te bestaan, maar bewonderenswaardig genoeg gaat er toch veel goed. Tussen de auto's en scooters door lopen koeien, en op straat liggen overal honden, katten en geiten.
Onze backpacks zijn zwaar, en we besluiten toch een taxi te nemen naar het hostel. Een reisgids geeft een kleine indicatie van de prijzen, dus we beginnen al snel met afdingen. In het begin is dit even wennen, maar het wordt snel normaal. In de taxi zijn geen gordels, en er is ook geen navigatie. Met onze eigen kaarten-app proberen we de weg te wijzen, maar veel straatjes blijken doodlopend, dus het laatste stukje lopen we naar het hostel.
Bij aankomst worden we vriendelijk ontvangen door de familie: "Dit is ook jullie huis." We krijgen een Nepalees drankje en installeren ons op onze kamer. Daarna gaan we de stad in om wat te eten. Hier krijgen we onze eerste indruk van de binnenstad en de invloed van het toerisme. Er zijn veel winkeltjes en westerse restaurantjes, en overal staan taxi's klaar om je weg te brengen. Toch is de armoede ook zichtbaar. Sommige straten missen stenen, omdat mensen die stelen, wat zorgt voor een constante stofwolk. Dit irriteert, en daarom dragen veel mensen mondkapjes. Ook komen er kinderen om geld bedelen.
Na het eten van heerlijke momo's zijn we uitgeput en gaan we vroeg naar bed. Douchen lukt niet, omdat de stroom is uitgevallen. Het is even wennen dat het kraanwater, dat behoorlijk bruin is en naar ijzer ruikt, niet geschikt is om je tanden mee te poetsen. Ook mogen we het toiletpapier niet in de wc gooien, maar in de prullenbak.
's Nachts worden we wakker van de vele muggen, dus al snel gebruiken we ons muggennet. Ook houden de roedels honden ons wakker. Overdag slapen de honden, maar 's nachts worden ze erg actief.
Pashupatinath
De volgende dag hebben we last van de keukenstandaarden die hier anders zijn dan we gewend zijn, en ik heb lichte diarree. Gelukkig is het niet al te ernstig, en we nemen een taxi naar Pashupatinath. De rivier die hier loopt, is de belangrijkste plek om mensen te cremeren. Het plein bestaat uit vele tempels. Als toerist betaal je toeslag, en terwijl wij naar de tempels kijken, kijken de mensen naar ons. Regelmatig worden we gevraagd om op de foto te gaan.
Een gids vertelt ons over de gebruiken en de vele goden. De tempels zelf mogen we niet in. Terwijl we rondlopen, zien we in onze ooghoek een bizon geslacht worden. Gelukkig zijn we net te laat om het dier nog levend te zien. Het ligt nu dood op de grond, het hoofd is afgehakt, en bloed stroomt door de straten. Een groep mannen tilt het beest op en neemt het mee. Zwerfhonden doen zich ondertussen te goed aan de resten.
Verderop kijken we toe hoe familieleden hun geliefden cremeren. Ze geloven hier in reïncarnatie, waardoor de waarde van een menselijk lichaam minder belangrijk wordt geacht. Tussen de tempels zien we ook apen. Je mag ze niet in de ogen kijken, maar verder leven ze in harmonie met de mensen.
Voorbereiding op de Bergen
Na deze intense dag richten we ons op de bergen. Ik zoek naar een rustiger trekkingroute en kies uiteindelijk voor de Mardi Himal Trek. Dit is een vrij nieuwe route en daarom nog redelijk stil. De Manaslu Circuit Trek leek eerst een goede keuze, maar het verplichte meenemen van een gids schrikt me af. Ik wandel liever vrij en op mijn eigen tempo.
We regelen onze permits in Kathmandu. Je hebt er twee nodig, en zonder gids betalen we dubbele kosten, wat de prijs behoorlijk opdrijft. Daarna regelen we de bus naar Pokhara. Met alles voorbereid kunnen we uitkijken naar ons volgende avontuur in de Himalaya.
We nemen een toeristenbus, wat betekent dat we airconditioning hebben. Dat scheelt een hoop! Hoewel de afstand niet zo groot is, duurt een rit die in Nederland twee uur zou kosten hier zomaar negen uur. In de bus ben ik verbaasd over de enorme omvang van Kathmandu. Het duurt zeker drie uur voordat we eindelijk de stad uit zijn.
Onderweg proberen we een klein busje in te halen naast een afgrond. Onze buschauffeur maakt een duidelijk handgebaar dat hij dit niet apprecieert. Hierop haalt het busje ons alsnog in, stopt abrupt voor onze bus en laat alle inzittenden uitstappen. Al snel bemoeien veel mensen zich ermee, waardoor er rijen auto’s achter ons stil komen te staan. Gelukkig loopt het zonder problemen af, en kunnen we onze reis voortzetten.
De route is adembenemend: we zien rijstvelden, touwbruggen, apen en kleine dorpjes. Het landschap verandert voortdurend en biedt telkens nieuwe verrassingen.
Pokhara en de eerste klim
Pokhara is een echt toeristisch stadje, of in ieder geval het deel aan het meer. Hier vind je nette winkels met stoeptegels, Duitse bakkerijtjes en Italiaanse pizzeria's. De volgende dag nemen we rustig de tijd en spotten we onze eerste tijgermug. Daar schrikken we toch een beetje van, dus vanaf dat moment gebruiken we veel DEET.
De winkeltjes in Pokhara verkopen prachtige spullen in allerlei kleuren. Hoewel ik erg in de verleiding kom, besluit ik niet te veel te kopen. Ik heb al die tijd met weinig gedaan en wil niet ineens mijn tas volstoppen met onnodige spullen.
Na ons dagje rust nemen we een taxi naar Phedi, waar onze trektocht begint. Vanaf hier is het twee uur steil omhoog lopen naar Dhampus. De klim bestaat uit eindeloze trappen, en met de brandende zon is het zwaar. Onderweg passeren we kleine dorpjes, een welkome afwisseling na alle drukte in de stad. Hier voelt het veiliger, schoner en vriendelijker. De dieren zien er beter verzorgd en gezonder uit.
In ons eerste theehuisje kijken we toe hoe een gids zijn groep bedient. Het lijkt alsof de gids alles bepaalt: van welk theehuisje je gebruikt maakt tot waar je foto’s moet nemen. Dit bevestigt voor ons dat we blij zijn zonder gids op pad te zijn gegaan.
Diep het bos in
De volgende ochtend vervolgen we onze tocht omhoog. Het is mistig, en in de middag begint het te regenen. We besluiten in het volgende dorp al te stoppen, want we hebben toch alle tijd. De dag erna zetten we koers naar Forest Camp, een tocht van vier tot vijf uur.
Het pad is steil en loopt dwars door het bos. Het doet me denken aan Nieuw-Zeeland, maar hier zie ik ook bamboe, apen en exotische vogels. Regelmatig passeren gidsen en paarden ons. Soms komen er dragers voorbij die zware manden dragen, vastgebonden aan hun hoofd. Dat vind ik ongelooflijk knap en bewonderenswaardig.
Bij aankomst in Forest Camp begint het weer te regenen. Er zijn ontzettend veel bloedzuigers! Je kunt dus niet zomaar in het gras blijven staan. Hoewel we al behoorlijk hoog zitten, zijn we nog steeds in het bos. In Nieuw-Zeeland lag de boomgrens rond de 800 meter, maar hier ligt die op 2000 meter! Dat maakt de klim een stuk zwaarder.
Ons theehuisje is gevuld met een grote groep die een georganiseerde tour doet. Hun gidsen spreken goed Engels en zijn erg vriendelijk. Die avond wordt er muziek gemaakt en gedanst. Dit soort activiteiten zit hier veel meer in de cultuur en zorgt voor een gezellige sfeer. Het is een prachtige afsluiting van een lange dag.
Vanaf Low Camp verandert het bos, en al snel bevinden we ons boven de bosgrens! Het is een mistige dag, dus we zien nog steeds niet veel. Maar onderweg worden we vergezeld door Yaks, die ons gezelschap houden. We overnachten in High Camp en vertrekken de volgende ochtend om 6 uur richting de top! Hoewel we hadden afgesproken om om 6 uur te ontbijten, is er niemand aanwezig, dus besluiten we maar op een paar mueslirepen naar boven te gaan.
Het is weer een pittige klim, maar het weer is helder. Bovenaan de berg beginnen langzaam de wolken op te trekken. Iedereen is al vertrokken, en wij zijn hier alleen met de man van het theehuisje. We zitten nu op zo'n 4200 meter hoogte! Hoewel het uitzicht prachtig is, kan ik deze trek niet helemaal aanraden. Het is vooral een zware klim omhoog, om vervolgens de berg die je de hele tijd hebt gezien van dichterbij te bewonderen. Weliswaar indrukwekkend, maar in Nieuw-Zeeland loop je echt meer over de bergen heen. Daarom zou ik de volgende keer voor een andere trek kiezen!
Rond 11 uur zijn we weer terug en lopen we door naar Low Camp. Daar treffen we toevallig twee Nederlandse meisjes in de hut. Hun gids is politiek bewust, en voor het eerst hebben we een open gesprek hierover. Er wordt weer gedanst en gezongen, en wij Nederlanders moeten natuurlijk ook een liedje zingen. Dus wordt er uit volle borst "Guus Meeuwis" gezongen.
Lange weg naar beneden
Dan is het tijd om weer langzaam af te dalen. Ik heb de hele tijd geen spierpijn gehad, maar begin nu mijn benen te voelen. Afdalen is ergens erger: minder vermoeiend, maar niet fijn voor de benen. Het is een behoorlijk steile afdaling en we zijn blij als we in een leuk dorpje aankomen. Deze kleine dorpjes zijn prachtig, met rijstvelden die het landschap sieren. Toch beginnen we het een beetje zat te worden en besluiten we de jeep terug te nemen.
We zitten netjes achterin de jeep, maar er komen nog vijf man aan die gewoon aan de jeep hangen of boven op het dak zitten. Het is een hobbelige rit, met harde muziek die uit de luidsprekers komt en regelmatig getoeter. Helemaal comfortabel voel ik me niet naast de afgrond, maar gelukkig komen we heel aan in Pokhara.
In Pokhara genieten we van de luxe en laten we ons verwennen met een massage. Ik had nog nooit een massage gehad, en dat was weer een hele ervaring. Mijn vriend krijgt een rabiesprik omdat een hond aan een wondje heeft gelikt. We bezoeken het museum en verkennen een aantal grotten in de buurt.
Vanaf Pokhara nemen we de bus naar Chitwan, waar we verblijven in een eco-village. Het bestaat uit rieten hutjes en een oude camper. Er zijn hangmatten en heerlijke chillplekjes, en een buitendouche en een zwembad maken het helemaal af. We worden hier verleid door een zwerfkatje, en we voelen ons meteen thuis. Daarom besluiten we een tijdje te blijven. Maar we merken al snel de minder romantische kant. Zo leeft er een grote spin in ons hutje. En elke avond, als we terugkomen, is ons hutje bezet door heel veel ratjes. Dan tik ik met een stok tegen alle muren, want anders durf ik niet zo goed naar de wc te gaan. Gelukkig slaap ik in een klamboe, waardoor ik me iets veiliger voel.
We doen onder andere een tocht in het nationale park. Hiervoor moet je weer een permit kopen en een gids meenemen. In dit geval hebben we dat natuurlijk wel gedaan, want een tocht door het oerwoud is natuurlijk niet zonder gevaren. We beginnen in de vroege ochtend en gaan met een handgemaakte kano diep het woud in. Tijdens het varen zien we regelmatig krokodillen. Ook komen er prachtige vogels voorbij. We horen ook over de gevaren van het gebied. Zo is er op dit moment een boze olifant, genaamd Ronaldo, die regelmatig het dorp bezoekt. Er zijn al een aantal doden gevallen. We krijgen ook te horen wat we moeten doen in noodsituaties. Als je een beer ziet, moet je zigzaggend wegrennen. Als je een neushoorn ziet, moet je in een boom klimmen. Veel geluid maken kan ook helpen. De gids heeft een stok bij zich, maar dat lijkt me niet echt veel bescherming. Dit geeft wel een soort spanning aan de hele wandeling.
Al snel komen we apen tegen in het bos. Het is geweldig om ze alle kanten op te zien slingeren. Ik wil het liefst een tijdje gaan zitten en tekenen. Ik heb het gevoel dat ze net zo nieuwsgierig naar ons zijn als wij naar hen. Maar we lopen al snel verder. Dan vinden we onze eerste neushoorn, die een lekker bad aan het nemen is. Langzaam sluipen we steeds een beetje dichterbij, maar niet te dichtbij natuurlijk, want ze zijn ontzettend gevaarlijk. We zien ook een aantal wilde zwijnen. En dan! Een scherpend geluid van dieren in nood. De gids zegt dat het "bambies" zijn, en we zien inderdaad in de verte een groep herten staan! We weten echter nog niet wat hen aanvalt. Zou het een tijger kunnen zijn? Terwijl we dicht bij elkaar verder lopen, zegt het andere Nederlandse koppel ineens: "Ik zie de staart van de tijger!" Maar ik zie het niet, en weet ook niet zeker of ik het wel wil zien! Er is trouwens niets uitgelegd over wat we moeten doen bij tijgers! Maar dan zien we de echte boosdoeners: een groep wilde zwijnen. We lopen dichter naar de herten toe, die weg rennen als we dichterbij komen. Teruglopend zien we nog meer neushoorns, dit keer een groep. Verderop zien we een vrouwtje die een hoog piepend geluid maakt, terwijl een mannetje achter haar aanzit. Maar ze wil niet paren, omdat ze net een kleintje heeft gekregen. Het kleintje huppelt langzaam achter haar aan. Het is net alsof je naar een aflevering van Discovery Channel kijkt!
We komen tegen de avond weer terug in het dorp. Uitgehongerd gaan we uit eten. Het valt me op dat er veel Nederlanders zijn in Nepal. Ik heb toch het idee dat wij Nederlanders goedkope landen fijn vinden, zodat we elke dag uit eten kunnen! De volgende dag wandelen we langs de dorpjes en doen we het rustig aan. Op een zonnige dag is het echt ontzettend warm. We spreken af met de eigenaren van 'Stand up 4 Elephants'. Na het horen van hun project kopen we voor de volgende dag een happy uurtje met een olifant! Er wordt hier veel gereden op olifanten. Iedereen weet eigenlijk wel dat dit slecht is, maar toch zijn er nog genoeg toeristen die het doen. Een olifant trainen is moeilijk, en oude gebruiken zijn lastig af te leren. Officieel gezien mag niemand een olifant bezitten, maar het wordt gedoogd omdat het geld oplevert. Het is een statussymbool, en de eigenaar traint niet zelf de olifant, maar heeft daarvoor iemand in dienst. De verzorger van de eigenaar krijgt niet veel geld, en daarom staat de olifant vaak op een klein stukje grond en krijgt hij alleen een soort pasta te eten. Wij vinden dit natuurlijk erg zielig, maar in de westerse samenleving doen wij ook niet veel tegen alle dierenleed en eten we nog steeds plofkippen, etc. Oude gewoonten zijn moeilijk af te leren!
Tijdens het happy uurtje geven we de olifant wat bananen te eten. We brengen hem naar een stukje oerwoud, en daar doen we eigenlijk niks anders dan toekijken. Hij mag zelf weten wat hij doet! Het eerste wat hij doet, is zichzelf vies maken, iets wat ze normaal niet mogen. Ook eet hij van de bomen, etc., dit mogen ze normaal ook niet, al lopen ze elke dag door een oerwoud! Verder schubt hij zich lekker tegen de bomen aan. Aan het eind verwennen we hem nog een keer met wat banaantjes.
Onze reis is al bijna ten einde. We verkennen de omgeving van Kathmandu en gaan naar Bhaktapur, waar veel mooie tempels te bezichtigen zijn. In het centrum mogen geen auto’s komen, wat ervoor zorgt dat het een fijne plek is om te verkennen. In het hostel luisteren we naar de verhalen van andere reizigers: over helikoptervluchten en oplichters. Daarnaast gaan we eindelijk shoppen. Beide kunnen we de verleiding van boeken niet weerstaan, ze zijn hier vele malen goedkoper! Op onze laatste avond zien we nog een groep vrouwen dansen en zingen. Een mooie afsluiting van dit bijzondere land!
Natuurkunstenaar
is een website van:
Annick Gaarthuis
Arthur koolkwartier 29
6711 VH Ede
KVK:64842517
Btw: nl002226430B75
Bij vragen kun je mailen naar info(at)annickgaarthuis.nl of
via sms (niet bellen) +31 (0)6 - 19823287
Werkdagen zijn ma t/m woe van 10:00 tot 17:00