kaart hersteld3

Achter de bergen

Zuid eiland van nieuw Zeeland

Ik ben aangekomen in een adembenemend landschap, een gebied vol valleien en meren. De aanblik van de bergen vervult me met vreugde. Ze vervelen nooit, want hun aanblik is telkens anders. Helderblauwe rivieren kronkelen door het landschap, en het water is zo zuiver dat je er direct uit kunt drinken. Boven de dichtbegroeide bossen zie ik vaak haviken en kea’s hun vleugels spreiden, voordat ze achter de bergtoppen verdwijnen.

Langs de boerenweggetjes kom ik herten, schapen en koeien tegen, waarvoor ik regelmatig moet stoppen. Maar zelfs de kleinste dingen brengen me vreugde: een nieuwsgierig vogeltje dat even langskomt of een hermelijntje dat speels achter muisjes aanhuppelt.

Dit is een plek van contrasten. Er zijn momenten van eenzaamheid, maar ook dagen vol bijzondere ontmoetingen en persoonlijke overwinningen.

maorimounttaranakiplaceholder image_MG_2222

Hokitika

Ontmoetingen tijdens de reis

Hokitika is een kuststadje, bekend om de greenstone die hier veel wordt gevonden. Het stadje bestaat voornamelijk uit toeristenwinkeltjes, maar zoals altijd zijn er ook kringloopwinkels te vinden. In een rommelwinkel zie ik een foto van Beatrix hangen. De eigenaar blijkt van oorsprong Nederlands te zijn. Hij woont al meer dan 60 jaar in Nieuw-Zeeland, maar spreekt op zijn 80e nog steeds vloeiend Nederlands. Hij vertelt me dat de poster van Beatrix hier hangt om de Kiwi's een beetje te provoceren, aangezien ze veel met het Engelse koningshuis bezig zijn.

Hij vertelt over zijn zware leven hier. Toen hij hier aankwam was er nog niks. Als ingenieur werd hij hier niet gewaardeerd, dus opende hij een café in het dorp. Hij geeft toe dat het emigreren, een huis kopen, het hele proces destijds makkelijker was dan nu. Toch voel ik meteen dat de man een zekere ontevredenheid uitstraalt. Hij en zijn vriendin "moesten" trouwen, en hij had het gevoel dat hij niet terug kon naar Nederland. Daar hadden mensen al een leven opgebouwd en een dure auto. Als hij zou terugkeren, zou hij anders aangekeken worden. Het leek meer trots dan iets anders, of misschien het gevoel van falen. Hij is veel bezig met wat "hoort" en wat anderen denken. Zo zou ik met 26 jaar ook al getrouwd moeten zijn, volgens hem. Gelukkig trek ik me minder aan van wat anderen vinden!

Ik rijd verder naar Lake Kaniere, waar een prachtige kampeerplek aan het water is. Hier breng ik een paar dagen door. Ik zwem naar de overkant, wacht op beter weer en schrijf. Een Nieuw-Zeelandse vrouw nodigt me uit voor een kopje thee, wat ik graag accepteer. We praten over haar gezin en mijn reis. Ik bezoek een waterval en een bekende rivier. Op de terugweg neem ik twee lifters mee naar het meer. Dit koppel komt uit Israël en geeft me het laatste restje van hun Israëlische lunch. We praten over hun land, waar ze verplicht het leger in moeten. Vooral hij vindt dit zwaar en wil niet in Israël blijven wonen, omdat hij zijn kinderen dat niet wil aandoen. We zoeken naar greenstone, maar hebben weinig geluk. Hij vertelt me dat hij slecht alleen kan zijn. Hij heeft geprobeerd solo te reizen, maar zelfs de simpele dingen, zoals koken, blijken moeilijk voor hem. Ik hoor dit vaker van anderen, en vraag me af of dit komt doordat we zo gewend zijn aan constante afleiding. Nu ben je vaak alleen met je gedachten. Misschien komt het ook doordat ze in Israël in gemeenschappen leven. Ik wist niet dat Israël hier bekend om stond, maar blijkbaar heeft de regering in de jaren 50-60 stukken land uitgedeeld, waarop gezinnen gingen wonen. In die gemeenschappen wordt voor elkaar gezorgd. Er zijn grote gemeenschappelijke ruimtes waar samen gekookt wordt. Als je klaar bent met studeren, krijg je een klein appartement (soort studio) om te wonen. Toch verhuizen tegenwoordig veel jongeren naar de stad, en de Israëliërs die ik heb ontmoet, zijn vaak niet in zo'n gemeenschap opgegroeid.

Er is een hike naar de beroemde Mt. Brown hut, dus ik besluit een paar dagen te wachten op beter weer. Helaas blijft het regenachtig, en besluit ik terug te gaan naar Hokitika. Hier is een klein en oud bioscoopje, en ik besluit om daar Star Wars te gaan kijken. Ik zit naast een groep van 18-jarige jongeren. Tot mijn verbazing werkt iedereen al, het is hier niet gek om niet te studeren. Ik moet lachen om de luidruchtige Nieuw-Zeelanders. Op de terugweg stop ik nog even in een grot om de glowworms (gloeiwormen) te bewonderen!

Vanuit Hokitika rijd ik verder naar de Franz Josef-gletsjer. Hier breng ik mijn verjaardag wandelend door. Tijdens een 5 uur durende wandeling naar de gletsjer, laat ik mijn camera lens per ongeluk vallen. Ik baal enorm, maar hoop de lens op de camping met behulp van internet te kunnen repareren. De wandeling was trouwens prachtig, met veel spannende touwbruggen, maar helaas zonder foto's! Op de terugweg kom ik de Israëlische lifters weer tegen, en we spreken af bij het hostel. Terug op de camping doe ik wat internetonderzoek, en het lijkt erop dat mijn lens echt kapot is. Dit is een bekende lensfout van lenskitten. Mijn camera is al 7 jaar oud, maar het blijft jammer dat ik in zoveel schoonheid ben, zonder foto's te kunnen maken. Daarom zien jullie nu minder foto's en meer verhalen. Dit gedeelte van het Zuidereiland is echt prachtig, dus gebruik vooral je verbeelding tijdens het lezen!

Ik breng de rest van mijn verjaardag door in een hottub, in gezelschap van twee knappe jongemannen. Omdat ik niet vaak in hostels verblijf, kom ik niet veel echte backpackers tegen. Maar hier merk ik meteen de onderlinge concurrentie. De ene jongen somt op welke landen hij allemaal heeft bezocht, en de ander doet hetzelfde. Ze zijn jaloers op elkaar. Ze reizen slechts een maand door Nieuw-Zeeland, en wanneer ik hen dingen aanraad, zeggen ze dat ze daar geen tijd voor hebben. Ze kijken me verbaasd aan als ik vertel dat ik hier 6-8 maanden reis. Voor hen is één maand blijkbaar al genoeg. Ik ga verder niet in op deze discussie – iedereen heeft zijn eigen manier van reizen. Eén van de jongens is in Nepal geweest, en ik besluit wat meer informatie over Nepal te zoeken. Voor het eerst denk ik: ja, dat wordt mijn volgende bestemming!

vanlifecamping

Fox Glacier

De volgende dag neem ik mijn Israëlische vrienden mee naar Fox Glacier. We maken een korte wandeling naar het uitkijkpunt bij de gletsjer. Wat vooral indruk op me maakt, zijn de bordjes langs de route. Ze markeren plekken waar de gletsjer vroeger reikte, zoals: “In 1970 kwam de gletsjer tot hier.” Als je al die punten langsloopt, besef je pas hoe immens groot de gletsjer ooit was en hoe snel hij is geslonken. Wat er nu nog over is, lijkt maar een schaduw van zijn vroegere omvang.

De dag erna maken we nog wat kleinere wandelingen en reizen we verder langs de kust. Onderweg hopen we pinguïns en dolfijnen te zien, maar helaas hebben we geen geluk. De natuur blijft desondanks adembenemend, ook al regent het een groot deel van de route naar Wanaka.

Wanneer we bij Lake Wanaka en Lake Hawea aankomen, breekt eindelijk de zon door! Het contrast tussen de regenachtige bergen en de zonnige meren is prachtig. Samen reizen we door naar Wanaka, waar we blij zijn eindelijk een gewone supermarkt tegen te komen met normale prijzen. We trakteren onszelf op de beroemde hamburgers – een echte aanrader!

De volgende dag scheiden onze wegen. Mijn vrienden trekken verder, terwijl ik besluit terug te gaan naar de twee meren. De omgeving daar is simpelweg te mooi om te laten liggen. Bovendien weet ik een geweldige kampeerplek direct aan het water, en er zijn nog een paar hikes die ik graag wil doen.

_mg_1529_MG_1966wanakagravelroadffff

Merry Xmas

Alleen kerst vieren.

Ik zwem in het prachtige water van Lake Wanaka en maak een hike naar boven, waar ik een hermelijntje zie. De zon schijnt helder, en ’s avonds geniet ik van de indrukwekkende sterrenhemel – ondanks de vervelende zandvliegen. Om toch wat kerstsfeer te creëren, versier ik Oldy. Maar terwijl de dagen voorbijgaan, begin ik me steeds eenzamer te voelen. Contact leggen met anderen is hier makkelijk, maar het is niet hetzelfde als je echte vrienden of familie om je heen hebben. Niemand kent me hier écht, niemand deelt een geschiedenis met me. Als ik een hike maak, kan ik met niemand delen wat het met me doet. Het blijft iets vaags, iets van mezelf.

Ik merk dat ik iets mis: iets maken, iets bereiken. Gewoon iets te doen hebben voelt makkelijker dan rusteloosheid onder ogen zien. Die onrust wordt sterker nu ik geen foto’s meer kan maken. Ik was gewend om altijd bezig te zijn met beeld, met vastleggen – net zoals velen van ons door sociale media. Maar nu, zonder die afleiding, ben ik geconfronteerd met mijn eigen gedachten. Meestal zijn die gelukkig positief, maar tijdens de feestdagen voel ik toch een steek van gemis.

Kerst breng ik door op een camping aan de andere kant van het meer. Het is overal ontzettend druk; campings zitten propvol met Kiwi’s die samen kerst vieren. Ze zwemmen, varen, en barbecueën. Kerstbomen zijn hier zeldzaam – een enkele slinger hier en daar – maar ik zie wel twee Kiwi’s verkleed als kerstmannen. Op het strand speelt een jongen gitaar. Hij vertelt me dat zijn familie hier elk jaar kerst viert. Hij studeert geschiedenis in Dunedin, al zou hij liever muziek maken. Het lijkt me moeilijk om dat hier in Nieuw-Zeeland te doen; de stadjes zijn klein en het bereik is beperkt.

Na de kerstdagen rijd ik verder naar de Rob Roy Glacier en de Liverpool Hut. De weg ernaartoe is een lange gravelroad. Ik vind het verschrikkelijk en tegelijk adembenemend. Onderweg neem ik een Franse lifter mee, en terwijl ik naar zijn verhalen luister, voel ik me iets minder gespannen. Elke keer dat ik over een gravelroad rijd, ben ik alert op elk geluid dat Oldy maakt. Als een steen tegen de onderkant klettert, houd ik mijn adem in.

Dan zie ik dat ik door een beekje moet rijden. Ik stop, haal diep adem en verzamel mijn moed. “Hoe diep denk je dat het is?” vraag ik de Fransman. Hij kijkt me twijfelachtig aan. Toch rijd ik Oldy langzaam naar voren. De keien zijn glad en glibberig, en een piepend geluid maakt me nerveus. Maar langzaam en zeker kom ik zonder problemen aan de overkant. De Fransman kijkt me lachend aan. “Niet veel vrouwen zouden dat hebben gedaan!” zegt hij. Waar ik precies bang voor ben, weet ik eigenlijk niet. Uiteindelijk komt het altijd wel goed. Zelfs als Oldy hier pech zou krijgen, weet ik zeker dat de Nieuw-Zeelanders te hulp zouden schieten. (Maar misschien is een jeep de volgende keer toch leuker.)

Bij aankomst in de vallei is alle spanning weg, en kan ik volledig genieten van de schoonheid om me heen. Helderblauwe rivieren kronkelen door dichtbegroeide bossen.

Ik wandel naar de Rob Roy Glacier en neem daar een moment van rust. Terwijl ik naar de structuren van het ijs staar, hoor ik plots een oorverdovend geluid. Een groot stuk ijs breekt af en valt met donderend geraas naar beneden, als een waterval van ijs. Het is prachtig, maar ook triest om te zien.

De avontuurlijke Fransman zet onderweg zijn tentje op. We nemen afscheid, en even voel ik diezelfde drang: liften, kamperen, nóg meer vrijheid. Nieuw-Zeeland lijkt het perfecte land daarvoor. De volgende dag wandel ik naar de Liverpool Hut, maar al snel besef ik dat ik geen slaapplaats kan verwachten. Het is overal zó druk. Zelfs om zes uur ’s ochtends wemelt het al van de mensen op de paden.

Teleurgesteld besluit ik terug te keren, opnieuw alleen over de gravelroad. Onderweg kom ik een boer tegen die zijn schapen verzamelt. De schapen groeperen zich om Oldy heen, en door hun voetenstappen ontstaat een mist van zand. Het is een fantastisch gezicht. Terwijl de zon langzaam ondergaat, kleurt de gletsjer rood. Het is een beeld dat ik nooit zal vergeten.

grandcanon27907144_1540684302688980_2104872582_o u31141 frgravelroadffff

And a Happy New Year!

Ik rijd verder naar de Bannockburn Sluicings, een gebied met rode, droge bergen die totaal anders aanvoelen dan de landschappen waar ik eerder was. Daarna maak ik een wandeling in het dorpje Cromwell, waar een authentiek straatje met een vleugje geschiedenis nog herinneringen oproept aan de tijd dat hier volop werd gemijnd.

Na Cromwell reis ik verder naar Queenstown. Het is zaterdag als ik aankom, en ik bezoek de gezellige creamarkt. Toch merk ik dat Oldy niet meer helemaal de oude is na die lange gravelroad. Het stuur staat scheef naar links en beweegt steeds heen en weer. Na wat speurwerk op internet vermoed ik dat het de balans is. Helaas zijn de garages met Nieuwjaar voor de deur allemaal dicht, dus dat probleem moet even wachten.

Vanuit Queenstown rijd ik door naar Glenorchy, waar ik oud en nieuw vier. Ik ben bang om in slaap te vallen en probeer wat contact te zoeken met mensen om me heen. Een Nieuw-Zeelands gezin nodigt me al snel uit om met hen te vieren. Soms zijn de reacties van mensen zo grappig als ik vertel dat ik alleen reis. De vader van het gezin zegt met een lach: “Ik wil het bijna niet zeggen, maar je moet gewoon gaan werken!” Bijna altijd denken mensen dat ik hier ben om te werken, en als ik uitleg dat dat juist niet de bedoeling is, lijkt dat hen te verbazen.

Later ontmoet ik twee Duitse meiden die naar de pub gaan en besluit ik met hen mee te gaan. Het ene meisje is 26 en het andere pas 18, en dat verschil merk je goed. De oudste is al bijna een jaar in Nieuw-Zeeland, heeft veel gewerkt, en zelfs haar relatie beëindigd om deze reis te maken. Ze wil na Nieuw-Zeeland nog veel meer landen bezoeken, maar ervaart tegelijkertijd veel stress. Ze maakt zich zorgen over haar nieuwe WWOOF-adres (werken op boerderijen in ruil voor kost en inwoning) en deelt haar angst voor de Nieuw-Zeelandse douane – iets waar we allemaal om lachen, omdat het zo herkenbaar is. Het jongere meisje zit vol angsten en onzekerheden en vindt het lastig om echt te genieten van haar reis. Mijn enige advies aan haar is om wat minder streng voor zichzelf te zijn.

De pub is een levendige en gezellige boel. Een liveband speelt, en er wordt volop gedanst. Maar als het moment daar is, en het nieuwe jaar begint, voelt het toch vreemd om zonder familie of vrienden te zijn. Gelukkig zijn de Nieuw-Zeelanders warm en vriendelijk; ik krijg zelfs een paar nieuwjaarszoenen. Twee keer zie ik een klein beetje vuurwerk. Het stelt weinig voor vergeleken met Nederland, maar dat vind ik eigenlijk wel fijn.

De volgende dag bel ik mijn ouders en vriendje om ze een gelukkig nieuwjaar te wensen. Nieuw-Zeeland is tenslotte een van de eerste landen die het nieuwe jaar viert – met een tijdsverschil van 12 uur! Verder geniet ik van een ijsje en lees ik een boek aan het meer, een rustige en ontspannen start van het nieuwe jaar.

De camping waar ik verblijf is trouwens een interessant verhaal op zich. Het is een gemeenschap in opbouw, met een biologische winkel vol fairtrade producten. Wanneer ik vraag hoe dit ontstaan is, krijg ik een lang verhaal te horen. Een goede vriend van Bill Gates, die meewerkte aan de ontwikkeling van de notebook, heeft dit stuk land gekocht en aan de gemeenschap gedoneerd. Hij bedacht een duurzaam concept, en er wordt nog steeds hard gewerkt om het volledig klimaatneutraal te maken. Het initiatief biedt werkgelegenheid in het kleine dorpje en ademt een inspirerende toekomstvisie. Helaas was de "artist in residence"-studio nog niet af, maar dat gaf me iets om naar uit te kijken.

More Info
cursusillustrerenmetkrijttourguide

Tussen de regenbogen

Terwijl ik op de snelweg rijd, hoor ik ineens een vreemd geluid. Hoe meer gas ik geef, hoe harder het motorgerinkel klinkt, bijna als een 'rittingting'. Het schrikt me behoorlijk, dus ik besluit langs de kant van de weg te stoppen en een kijkje te nemen. Ik kan niet meteen iets vinden, maar als ik goed luister, lijkt het alsof er een blaadje of iets dergelijks vastzit, alsof er lucht wordt weggeperst. Ik zie dat er 5 minuten verderop een garage is, dus ik besluit daarheen te rijden.

Een oudere man bij de garage maakt een test rit. Hij denkt dat het om een 'exhaust leak' gaat (een loszittend boutje), maar kan het probleem niet meteen vinden. Om goed bij de motor te kunnen, moeten de stoelen eruit gehaald worden, wat veel tijd kost. Dit maakt de reparatie vrij duur. Alle garages zitten de komende week vol, en aangezien ik nog redelijk veilig kan rijden, besluit ik door te gaan naar Te Anau. Ik hoop daar een garage te vinden die het probleem tijdens mijn tocht door de bergen kan verhelpen.

Mannen bij garages zijn altijd erg verbaasd om een vrouw alleen in een busje te zien rijden, en ik heb het gevoel dat ze daardoor altijd extra behulpzaam zijn. Onderweg blijf ik goed naar het geluid luisteren, maar al snel neem ik twee gezellige lifters mee, wat me de nodige afleiding geeft.

In Te Anau slaag ik erin een goede garage te vinden. Ik laat Oldy daar in veilige handen achter, terwijl ik aan de Kepler Track begin. Het is wel fijn om te weten dat ze veilig in de garage staat, en zelfs mijn laptop kan ik daar in de kluis achterlaten. Die maandag slaap ik voor het eerst in een hostel, zodat ik dinsdagochtend vroeg aan de Kepler Track kan beginnen. In het hostel ontmoet ik een jongen die een deel van de Aoraki/Mount Cook track heeft gelopen. Ik ben altijd benieuwd naar andermans ervaringen en geniet samen met hem van een lekkere pizza.

Later ontmoet ik een oudere Kiwi-man, die al veel van Nieuw-Zeeland heeft gezien. Hij geeft me wat tips voor hikes en vertelt over zijn avonturen tijdens zijn eigen wereldreis. Ik moet lachen als ik hoor dat zijn vriendin op wereldreis ging, maar hij niet mee mocht. Ze mistte hem, en uiteindelijk besloot hij haar in Ierland op te zoeken. Daar had ze ondertussen al een leuke Ier gevonden! Toch nam hij haar nog drie maanden mee op reis. Ook vertelt hij dat hij thuis een studie tot natuurleraar is begonnen. Hij vond het fantastisch, vooral omdat hij tijdens de studie dingen leerde zoals surfen, raften en hiken.

De volgende ochtend geeft hij me een lift naar het begin van de Kepler Track. Het is een zonnige dag, maar gelukkig begin ik met een boswandeling, waarbij de schaduw de nodige verkoeling biedt. Ik kom twee jongens uit Israël tegen en we eten samen een lunch. Ik arriveer vroeg bij de eerste hut, en aangezien de weersvoorspellingen slecht zijn voor de dagen erna, besluit ik diezelfde dag nog naar de summit te lopen. Als ik terug ben, is het al een stuk later en ben ik behoorlijk moe. Toch ga ik nog even de grotten bezoeken. De grot ligt vlakbij de hut en is 1 km lang, maar ik ga maar een klein stukje, want ik vind het stiekem een beetje eng.

Terwijl ik van mijn maaltijd uit het legerportie geniet, praat ik met wat jongens uit Engeland die een jaartje in Amsterdam hebben gewoond. In de avond kijk ik naar de zonsondergang terwijl ik wat klets met een Kiwi uit Dunedin. Er is een grote maan, maar de eclipse is pas morgen, en het lijkt erop dat we er niks van kunnen zien. Er gaan geruchten rond dat we morgen niet kunnen hiken, omdat er een zomerstorm aankomt. De ranger houdt ons lang in spanning met een lang verhaal, maar uiteindelijk mogen we vertrekken als we voor 8 uur weggaan. De storm zal pas in de middag verergeren, dus we moeten ervoor zorgen dat we voor 2 uur bij de volgende hut zijn. Als we het eng vinden, moeten we terugkeren naar de eerste shelter hut. De ranger vindt het niet zo fijn dat ik alleen ben en geeft me een wandelstok, zodat ik meer grip heb tegen de wind.

maori standeeld_mg_2861_mg_2812light_mg_3018_mg_2967

Door weer en wind

Omdat ik niet zo’n snelle loper ben, begin ik de volgende ochtend al om kwart over zes. Al snel schrik ik van de harde wind. Soms word ik bijna van het wandelpad geblazen. Wanneer ik achterom kijk, zie ik niemand en vraag ik me bezorgd af of de ranger de tocht misschien toch heeft afgeblazen. Gelukkig zie ik een andere vrouw, ook alleen, een stuk achter mij lopen. Dat geeft me de moed om verder te gaan.

De rode zon die ochtend zorgt voor een spectaculair uitzicht. Delen van de bergen kleuren rood, terwijl andere stukken nog groen blijven. Donkere wolken drijven voorbij, maar er zijn ook zonnige momenten waarin veel regenbogen verschijnen. Heel even zie ik zelfs een volledige, ronde regenboog. Ik kan er helaas geen foto’s van maken, maar het is de eerste keer dat ik me zo dicht bij een regenboog voel. Het lijkt bijna alsof ik hem kan aanraken.

Achter de eerste berg wordt de wind nog sterker. Gelukkig blaast die me tegen de bergwand aan in plaats van eraf. Nu ik zo hoog ben, loop ik soms midden in donkere wolken, wat zorgt voor mist en regen. De regen voelt als kleine hagelsteentjes en prikt pijnlijk in mijn gezicht. Toch verschijnt er af en toe zon, en dit zorgt voor bijzondere lichteffecten. Soms lijkt het alsof iemand met een grote zaklamp over het landschap schijnt. Het weer geeft me, gek genoeg, veel energie. Normaal neem ik vaak pauzes om uit te rusten, maar dat is nu geen optie. Dus ik blijf stevig doorlopen terwijl ik geniet van het unieke uitzicht.

Bij het eerste schuilhutje neem ik eindelijk mijn eerste pauze. Hier raak ik aan de praat met een Amerikaan die net voor mij loopt. Even later arriveert ook de vrouw die ik eerder achter mij zag. Ze blijkt uit Canada te komen. Ik spreek met haar af dat ik op haar zal wachten bij de gevaarlijke stukjes van het pad. Er is namelijk een stuk waar je aan beide kanten naar beneden kunt vallen, en dat wil ik liever niet alleen lopen.

Wanneer ik verder ga, kom ik twee rangers tegen die in dit weer bezig zijn met het versterken van het pad. Ze slapen in een van de schuilhutjes. Onderweg zie ik ook veel kea’s. Het geluid dat ze maken terwijl ze boven me vliegen, is prachtig. Het pad stijgt opnieuw, en ik bereik de eerste richel. Gelukkig valt de wind hier mee en denk ik dat het ergste achter de rug is.

Achter deze heuvel wacht echter nog een steile klim. Het is een pittige tocht met veel tegenwind, maar uiteindelijk bereik ik het tweede schuilhutje. Ik blijf er niet lang, want ik ben doorweekt en koud. Met nieuwe energie vervolg ik mijn tocht, vastberaden om de uitdaging aan te gaan.

Vanaf hier loopt de track eindelijk naar beneden! Dit deel van de wandeling is ook de reden waarom ik juist deze route wilde lopen. De berg loopt aan beide kanten steil af, wat een indrukwekkend en overweldigend gevoel geeft. Maar dit is ook het spannendste stukje. De wind is zo sterk dat ik tree voor tree naar beneden ga. Soms ga ik zelfs op de traptreden zitten, bang dat ik anders in de afgrond geblazen word. Ik hou de Canadese vrouw achter mij goed in de gaten. Mijn regenhoes dreigt weg te waaien, dus ik houd hem stevig vast.

Ondanks de zware omstandigheden worden we zo nu en dan verrast door de zon. Er verschijnt weer een prachtige regenboog, van het begin tot het einde zichtbaar. Helaas geven de camera’s van zowel de Canadese vrouw als de Amerikaan de geest door de aanhoudende regen. Aan het einde van de afdaling neem ik nog even de tijd om van de bergen te genieten voordat ik de beschutting van het bos bereik. In het bos merk je niets meer van de harde wind, en de regen voelt ineens veel minder heftig. Het is echter nog twee uur steil naar beneden lopen, wat mijn voeten zwaar valt. Vlak voordat ik het hutje bereik, denk ik zoals altijd: Ik moet er nu wel zijn, toch? Wat als ik te ver ben doorgelopen? Maar het hutje is onmisbaar, en tot mijn verbazing arriveer ik als een van de eersten.

Snel trek ik droge kleren aan en nestel ik me bij het vuur. Een Engels stel heeft een Monopoly-spel meegenomen, en met een grote groep vermaken we ons de rest van de middag. Iedereen die binnenkomt, moet natuurlijk even benadrukken hoe zwaar de wind wel niet was. Het is leuk om deze ervaring met elkaar te delen.

De ranger is erg toegewijd en gaat aan het einde van de dag nog even naar boven om te controleren of iedereen veilig is aangekomen. Later vermaakt hij ons met grappige verhalen en avonturen uit zijn tijd als ranger. Hij vertelt dat rangers vroeger veel minder behulpzaam waren en geen weersvoorspellingen gaven. Er zijn dus mensen die deze track in veel ergere stormen hebben gelopen, sommige zelfs kruipend om niet van de berg te vallen. Hij vertelt ook hilarische anekdotes, zoals Aziatische wandelaars die met een trolley de track probeerden te doen, of een vrouw die op hakken liep en uiteraard haar enkel verzwikte. Haar redenering? Ze had haar beste schoenen aangedaan, zoals haar was aangeraden! Iedereen ligt vroeg in bed, terwijl buiten de regen onophoudelijk blijft vallen.

De volgende ochtend moeten we tot 8 uur wachten op de ranger, die ons toestemming geeft om verder te gaan. Voor de mensen die omhoog willen, is het vandaag te gevaarlijk, maar gelukkig mag ik verder. Mijn route is door het bos, dus ik hoef me minder zorgen te maken over de wind. Het blijft echter regenen, en ik weet al snel dat het niet meer droog zal worden die dag. In het begin geniet ik nog van de boswandeling, maar al snel ben ik doorweekt, tot aan mijn ondergoed.

Ik besluit stevig door te stappen in de hoop de wandeling in zes uur te voltooien in plaats van zeven. De rivieren zijn extreem hoog door de regen. Bij een rivieroversteek soppen mijn schoenen volledig vol, wat de tocht nog zwaarder maakt. Het hutje bereiken voelt als een enorme opluchting. Hier kan ik eindelijk opwarmen en opdrogen. De hut biedt een prachtig uitzicht over een meer, en de ranger vertelt ons graag meer over de geschiedenis ervan.

De Kiwi’s zijn blij met de regen; het is een warme zomer geweest, en de zee is maar liefst vier graden warmer dan normaal. De dalende temperatuur is merkbaar, en ik begin zelfs een beetje keelpijn te krijgen. Gelukkig hoef ik de volgende dag nog maar drie uurtjes te lopen. Tot mijn opluchting is het eindelijk droog, en ik hoef geen natte kleren meer aan te trekken.

Onderweg kom ik een Nieuw-Zeelander tegen die vallen controleert. Hij vertelt over een jaarlijkse wedstrijd op de Kepler Track, waarbij deelnemers begin december de 60 kilometer lange route in één dag lopen. Het record staat op 4,5 uur! Hijzelf heeft 25 keer meegedaan, met een persoonlijk record van zes uur. Ik kan nauwelijks geloven dat dit mogelijk is en ben absoluut niet van plan om het ooit te proberen.

Terug in Te Anau haal ik Oldy op bij de garage. Er blijken vier boutjes uit de motor te zijn gevallen! Ik ben blij dat ze weer gerepareerd is. Op de camping neem ik een warme douche, wat mijn vermoeide spieren goed doet. Daarna voel ik me stukken beter. Ik kom de jongen van maandag weer tegen, en we eten samen met een Nederlands stel op de camping. Een perfecte afsluiting van een enerverende track!

campervantoyota
cave
pancakerocks
waimangu park muriwai beach
 Terug van weggeweest


Na een dag rust ben ik weer op pad, dit keer naar Milford Sound. Ik heb een cruise geboekt om dit beroemde fjord vanaf het water te verkennen. Het is nog steeds regenachtig, maar men zegt dat Milford Sound juist op zulke dagen prachtig is. Dat klopt zeker: er waren ontelbaar veel watervallen te zien, die anders bij droog weer misschien niet eens zouden stromen. Toch moet ik zeggen dat ik persoonlijk liever een heldere dag had gehad om de imposante bergen goed te kunnen zien.

Een grappig moment was toen de boot op een gegeven moment recht op een waterval af voer. Iedereen die voorin stond om foto’s te maken, werd natuurlijk doorweekt. Ik hield me maar veilig achterin! Je merkt goed dat de temperatuur de afgelopen dagen flink is gedaald. Ik zag de eerste eikeltjes al op de grond liggen – een teken dat de herfst eraan komt. ’s Morgens kan ik mijn adem zien en ligt er lichte vorst op de planten. Dit zorgt voor prachtige mistige ochtenden, waarin het landschap bijna sprookjesachtig aanvoelt. Gelukkig wordt het overdag weer warmer en zonniger, wat perfect is om te wandelen.

Ik begin aan enkele indrukwekkende tracks, waaronder de wandeling naar Marian Lake en de uitdagende klim naar de Gertrude Saddle. Beide wandelingen zijn behoorlijk pittig, maar absoluut de moeite waard. Marian Lake voelt als een klein paradijs, omringd door bergen waarvan één opvallend op een hart lijkt. Het meer zelf is helder groen, bijna betoverend. Het is een plek waar ik graag ooit zou willen kamperen, zo mooi en sereen is het daar.

Na deze avonturen keer ik terug naar Te Anau, waar ik een bezoekje breng aan de kringloopwinkel. Tot mijn blijdschap vind ik er een trui van merinowol, een muts en een wollen deken. Daarmee ben ik helemaal klaar voor de herfst!

_mg_8946

Contact

Natuurkunstenaar
is een website van:

Annick Gaarthuis
Arthur koolkwartier 29
6711 VH Ede



KVK:64842517
Btw: nl002226430B75

​Bij vragen kun je mailen naar info(at)annickgaarthuis.nl of
via sms (niet bellen) +31 (0)6 - 19823287
Werkdagen zijn ma t/m woe van 10:00 tot 17:00

Let’s connect

Volg onze updates op Instagram of Linkedin.

atelier_annickgaarthuis10026FE8DCCD 14F6-465F-9A6A-3C9A18082618.JPG